Een goed en gezond gebit is essentieel voor het goed functioneren van uw paard. Indien er gebitsproblemen ontstaan, zal uw paard minder goed in staat zijn voedsel te kauwen, met alle gevolgen van dien. Doordat het paard minder voeding binnen krijgt, of minder goed in staat is dit voedsel te verteren, kan het paard gaan vermageren. Sommige paarden krijgen last van koliek.
Daarnaast is een goed gebit rijtechnisch ook van belang. De meeste paarden worden gereden met een bit. Deze druk in de mond kan tot verzet leiden wanneer een paard pijn voelt in de mond ten gevolge van bijvoorbeeld scherpe haken aan de kiezen, of de aanwezigheid van een (blinde) wolfstand. Bovendien moet een paard, om goed in te kunnen buigen, de boven- en onderkaak in kleine mate ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Als deze bewegingen belemmerd worden door afwijkingen in het gebit, zal dit met rijden dus problemen geven.
Vaak merken we als eigenaar pas op dat ons paard een probleem met het gebit heeft, wanneer er al grote veranderingen aan het gebit zijn ontstaan, die soms moeilijk te corrigeren zijn. Daarom is het beter om het gebit van uw paard regelmatig te laten controleren en zonodig te behandelen, voordat er problemen ontstaan.
Steppe versus stal
Nog regelmatig horen we de opmerking: “Waarom zou ik een paardentandarts bij mijn paarden halen? In de natuur is dat toch ook niet nodig?” Er zijn echter nogal wat verschillen in de manier waarop paarden nu gehouden worden, in vergelijking met een paard in het wild. Het paardengebit is daar echter niet op aangepast.
Paardentanden en –kiezen groeien hun hele leven door, ongeveer 2 tot 5 mm per jaar. Door het kauwen van voedsel slijten ze echter ook. Wanneer deze groei en slijtage in evenwicht is, houdt het paard een gezond gebit. In de huidige paardenhouderij krijgen paarden echter vaak een compleet ander rantsoen dan in de natuur. Ruwvoer wordt deels vervangen door krachtvoer. Het paard hoeft daardoor niet alleen veel minder lang te kauwen, het voer dat hij kauwt is vaak ook veel zachter. Hierdoor vindt er dus ook minder slijtage van de tanden en kiezen plaats. Daarnaast eten paarden vaak niet meer van de grond. Door een andere houding van het hoofd zullen de kauwbewegingen ook veranderen.
Al met al leiden deze factoren er toe dat onze paarden vaak geen goede slijtage van het gebit hebben. Hierdoor ontstaan scherpe haken en randen, of zelfs een golf- of trapvormig gebit. Bovendien gaat het paard vaak te gevolge van deze afwijkingen slechter kauwen, waardoor de problemen alleen maar verder toenemen. Het paard komt in een vicieuze cirkel waar hij niet meer uitkomt. Behalve met behulp van een paardentandarts!
Symptomen
Er zijn verschillende symptomen die kunnen wijzen op een gebitsprobleem.
– vermageren
– regelmatig terugkerende koliek
– het laten vallen van voer
– scheef houden van het hoofd tijdens het eten
– langzaam eten en drinken
– maken van voerproppen
– moeizaam of niet aan de teugel willen lopen
– hoofdschudden
– niet goed in stelling willen lopen
Indien u een van deze symptomen bij uw paard ziet, is het verstandig een gebitscontrole uit te laten voeren. Beter is het natuurlijk om al voordat deze problemen optreden preventief het gebit te laten onderhouden.
Tijd voor een behandeling?!
Het is verstandig om uw jonge paard – al voor het paard voor de eerste keer een bit in de mond krijgt – goed na te laten kijken door een gebitsverzorger. Rond deze leeftijd is het paard namelijk volop zijn tanden en kiezen aan het wisselen. In deze periode kunnen er dus doppen voorkomen, en scherpe randen van doorgekomen kiezen die nog niet in slijting zijn gekomen. Ook kan uw paard dan meteen gecontroleerd worden op de aanwezigheid van wolfstanden, en kunnen die – indien nodig – getrokken worden. Daarna kunt u het gebit van uw paard het beste jaarlijks laten controleren, bijvoorbeeld tegelijkertijd met de jaarlijkse vaccinatie. Op die manier voorkomt u dat er grote afwijkingen ontstaan. In sommige gevallen zullen wij adviseren om uw paard met een kleiner interval te laten controleren, bijvoorbeeld als er al grote afwijkingen in het gebit bestaan.
Door wie dan?
Er zijn zowel dierenartsen als niet-dierenartsen die gebitsbehandelingen uitvoeren. Het voordeel van een dierenarts als gebitsverzorger, is dat uw dierenarts het paard zonodig kan sederen, waardoor er veilig en nauwkeurig gewerkt kan worden. Eventueel kunnen we ook röntgenfoto’s maken, indien er bijvoorbeeld de verdenking van een blinde wolfskies in de onderkaak is. Bovendien is het soms van belang om te onderzoeken of de symptomen die u bij uw paard ziet, inderdaad vanuit het gebit komen, en dat er geen andere onderliggende ziekte aanwezig is.
Binnen onze kliniek worden de gebitsbehandelingen uitgevoerd door dierenartsen:
Jantine van Ginneken, Moniek Amelink en Mariël Eidhof